TITEL : “Behavioural problems in dementia. Caregivers issues.”

AUTEUR(S) : M.E. de Vugt, Universiteit van Maastricht, proefschrift faculteit psychiatrie en neuropsychiatrie. 2004.

Dit onderzoek beschrijft de relatie tussen enerzijds gedragsmatige en psychologische veranderingen bij dementie en anderzijds het functioneren van de mantelzorger.

In een grootschalig en meerjarig onderzoek, 'the Maastricht Study of Behaviour in Dementia (MAASBED)', zijn 199 mensen met dementie en 119 directe mantelzorgers gedurende twee jaar elke 6 maanden onderzocht.

Gedragsproblemen van iemand met dementie zijn vaak moeilijk te hanteren voor mantelzorgers en leveren veel stress op. Het onderzoek laat ook zien dat er extra cortisol wordt aangemaakt bij de mantelzorgers die een psychologische stress respons hebben. Bepaalde symptomen leverden het meest stress op; apathie en depressie scoorden het hoogst. Ook blijkt apathie het meest negatieve invloed te hebben op de partnerrelatie door het verlies van gezamenlijke activiteiten en gedeelde ervaringen. De apathie en inactiviteit van de betrokkene legt veel druk op de mantelzorger omdat de communicatie en initiatieven eenzijdig worden en de betrokkene met dementie zich zeer afhankelijk opstelt. De ervaren stress en emotionele belasting van de mantelzorger met betrekking tot de gedragsproblemen, blijken een significante voorspeller van het moment van opname van de betrokkene. Naast het feit dat probleemgedrag van de betrokkene ingrijpende gevolgen heeft voor de mantelzorger hebben mantelzorgers ook invloed op het in stand houden of verergeren van dit gedrag. Uit het onderzoek komt dat de meest kwetsbare koppels gekenmerkt worden door een niet-adaptieve zorgstrategie en gevoelens van verminderde competentie van de mantelzorger; deze kunnen vaak niet de achteruitgang in cognitie en competenties van de betrokkene opvangen en versterken onrust bij de betrokkene. Er is sprake van een wederzijdse negatieve interactie.

Voor informatie en vragen: m.devugt@maastrichtuniversity.nl